Er komt een permanente herdenkingsplek ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de eerste Haagse razzia in de Tweede Wereldoorlog. Dat antwoordt het college van burgemeester en wethouders op schriftelijke vragen van de fracties van de VVD en ChristenUnie/SGP in de gemeenteraad. Zij riepen het college op tot het plaatsen van een plaquette op het gebouw van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) aan de Prinsessegracht.
In augustus 1942 werden 1.200 Joodse Hagenaars, na een gerichte arrestatieactie, vanuit het academiegebouw gedeporteerd naar Westerbork. Ondanks dat 80 jaar zijn verstreken, is er op deze locatie nog geen herinneringsteken. Fractievoorzitters Judith Klokkenburg (ChristenUnie/SGP) en Lotte van Basten Batenburg (VVD) benadrukten eerder het belang van het markeren van dergelijke historische plekken. "Deze inktzwarte geschiedenis moeten we blijven herinneren, zodat het niet opnieuw gebeurt", aldus Klokkenburg. "Nu er steeds minder overlevenden van de Holocaust zijn, is het des te belangrijker dat er herinneringstekens zijn op belangrijke plekken in onze stad. Deze plek, de Prinsessegracht, is er zo een."
Van Basten Batenburg: "Voor een grote groep Haagse Joden begon de verschrikkelijke reis naar de vernietigingskampen bij de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Middenin onze stad, in het volle zicht van heel Den Haag. Het is belangrijk om dit te markeren, als herinnering aan waar de vooroordelen en haat richting Joden toe heeft geleid."
Gesprekken
Het college laat weten dat er al sinds 2022 gesprekken zijn tussen de Stichting Joods Erfgoed Den Haag en de directie van de KABK. "Vanwege personele wisselingen bij de KABK hebben de gesprekken een tijd stilgelegen. Inmiddels is men weer met elkaar in gesprek. Voor de KABK is de gebeurtenis van 22 augustus 1942 een belangrijk onderdeel van haar geschiedenis. Daarom werkt de KABK graag mee aan het vinden van een waardige plek om deze gebeurtenis te herdenken. De KABK heeft aangegeven het plaatsen van een plaquette te ondersteunen en met de Stichting Joods Erfgoed toe te willen werken naar het aanbrengen hiervan vóór 22 augustus aanstaande."